Een stem van een dijk - Sijmen Tol

’t Is nu of nooit: een schimpdicht met een saus

van grauwe gal. Want, lieve god,

wat was die man een kwal. Een zak

vol doorgekookte slagroom met een stem

die droop van appelstroop, vol holle bronst.

En steeds dat oorgewurm! Dat zeuren

om zijn moessie Den. En dan die klonen,

epigonen, blauw van eigendunk

met hun glitterkuif en vette pakken.

Laat ze zakken. Laat je zakken, man!

Laat je zakken in je warme bad

met zijn waanzinakoestiek

waar geen zinnig mens je hoeft te horen.

Weet je daar aanbeden door je

gillende publiek. Maar spaar mijn oren.