Een Japanse esdoorn bloeit traag.
In mijn tuin op het Zuiden lijkt alles al
op te fleuren, maar in het midden leeft hij
nog in net zo’n bladloze groeistaat
als ik, wel in wispelturige wetenschap van
ontknopping, maar te zwaar in denken
en stilstand verzakt, te moe van vergeling
uit verspringend blad, nog amper opgehard
Van hier vertakt de gedachte om weer gelijk te lopen
met de esdoorn, zodra hij bloeit ik er achteraan
wie morgen de mooiste kleurenhoop heeft
durft vandaag nog kaal te staan