Je tegengekamde lok, scheidingen die vertakken
Een schedel vol gebroken aarde waaronder
ambitie, woekerend langs rimpellijnen
kindspoken laat dolen door verlaten gedachten
Alleen in het paleis van je eigen gelijk,
waar je waarheid tussen tegels ziet
En onkruid bewijst het tegendeel te zijn
groeiend van alles naar niets
Waar loslopende mening, de luis van alwetendheid
je tuin van geschoolde kennis geduldig overrijpt
en in de ruïne van verschimmelde glorie
zijn laatste beloofde land heeft bezeild
Wortelloos raak je vergroeid met de
muur langs zelfgebouwde treden van stijl
De anderen, binnen, buiten, wat zou het baten
Mateloos neem je ze de maat
Ondiep en onverklaarbaar blijf je
de slotgracht van je complex verbreden
Kijk eens goed, overal is iedereen al
achter je scheiding neergestreken